vrijdag 13 juni 2014

Deel 4; Durven wij nog te dromen?

Alles wat je hebt valt weg, opeens. Wij hadden een woonhuis in Drenthe, mooi en groot, met een hectare grond. Er was een vakantiehuis, twee vakantieappartementen en twee huizen in het oude Oost Duitsland. Daarnaast het kantoorpand.

Al deze bezittingen, inclusief inboedels, waren verloren. Welk verlies deed het meeste pijn?

Han en ik waren het er over eens, dat dat toch één van de huizen in Duitsland was. Dit huis hadden we enkele jaren daarvoor gekocht en enigszins opgeknapt. Het was een groot oud huis met veel kamers en een fijne tuin, grenzend aan water. We voelden ons er zo thuis dat we beiden daar onze oude dag wilden gaan doorbrengen. Het plan was dit huis langzaam aan steeds meer op te knappen. De benedenverdieping was al helemaal gerenoveerd en verhuurd aan een familie, waaruit wij dus ook inkomsten hadden. Hieruit kon het huis worden onderhouden.
Het verlies van dit huis deed ons echt heel veel pijn.

Het net van verlies sloot zich steeds strakker. Wij hadden aanvankelijk berekend dat als alle huizen waren verkocht, en andere bezittingen, voor ongeveer de helft van de reële waarde, wij op de nul zouden eindigen. Deze verwachting maakte dat wij aanvankelijk rustig de periode van faillissement in gingen. We zouden niets overhouden, maar ook geen grote schuld hebben.

Wij hadden echter niet gerekend met de slechtheid van mensen om ons heen.
De eerste schok kwam in de loop van 2012. Er kwamen allemaal nieuwe rekeningen voor deze huizen. Onroerend goed belasting, andere belastingen, rioolheffingen etc. Deze rekeningen werden door Broeseliske naar ons doorgezonden met de mededeling dat wij die moesten betalen. Tegelijkertijd werden wij gekort op ons inkomen tot 90% van het minimum. Betalen van deze rekeningen was dan ook onmogelijk.
Onze schuld begon hier op te lopen, en er kwamen weer deurwaarders en dreigbrieven van instanties. Betalen was echter écht onmogelijk. We konden nauwelijks eten!

De tweede schok kwam met de verkoop van ons huis in Drenthe. Dit huis was, inclusief verbouwing gekocht voor meer dan 1 miljoen euro. Er zat een deel hypotheek op dit huis, maar onze verwachting was dat de verkoop de hypotheek zou dekken.

Broeseliske deed echter niets, om verkoop te bevorderen. Dat moest de bank doen, en de bank deed ook niks. Niemand wil kosten maken, dus dat huis staat maar leeg, totdat iemand daar lucht van krijgt. Dat is meestal niet iemand die goede bedoelingen heeft, In ons geval een makelaar die wel iemand kende die dat huis wilde kopen. Kopen, maar dan wel voor bijna niets.
Deze makelaar, De Weide, meldde zich bij de curator, er kwam een rare taxatie uit de lucht vallen en voila een bod van omstreeks 420.000 euro. Wat????

Broeseliske gaf De Weide opdracht het huis schoon te maken en gereed voor verkoop. De Weide nam dit zeer serieus en haalde alles van enige waarde uit ons huis en onze tuin. Wij hadden speciaal enkele mooie zaken achtergelaten om het huis meer waarde te laten hebben. Zo nam hij onder meer een prachtige koperen kraanvogel van ca. 2 meter hoog mee en gaf deze kado aan zijn vrouw.
Dit is de eerste keer dat wij werden bestolen. Ik vind persoonlijk stelen van mensen die dit soort dingen meemaken een laffe daad.

Ik zal niet in detail treden, maar uiteindelijk is het huis verkocht voor 450.000 euro en bleven wij met een gat in de hypotheek zitten. De eerste reële schuld was op deze manier een feit.

Wij vroegen ons af hoe dat met de andere huizen zou gaan.... ook op deze manier? De angst sloeg toen wel toe, het verdriet werd groter. Anderen zouden dus hun voordeel gaan doen met onze tegenslag, zich verrijken en ons bestelen en onze schuld zou dus nog verder gaan oplopen.

Was er een manier om misschien zélf dan voordeel te hebben bij deze gang van zaken? Konden wij misschien, als alles toch voor een habbekrats zou gaan, iets van onze droom nog verwezenlijken?
De droom om toch dat huis in Duitsland te behouden? We gingen op zoek naar een weg om dat te bereiken.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten