vrijdag 13 juni 2014

Deel 3; De eerste weken van het faillissement

In die eerste weken hadden we het enorm druk. Er moest een enorme hoeveelheid aan informatie worden opgehoest, zowel zakelijk als privé, en dat is een heel gezoek. Vooral ook omdat we intussen waren verhuisd.
We hadden nog maar een kwart van onze woonruimte van daarvoor, hetgeen betekende dat lang niet alles mee kon.
Bij het inpakken in mijn oude huis, moest ik keuzes maken, van meubels tot kookgerei en kleding. Wat gaat mee, wat laat ik achter. De kinderen kregen een paar dozen die ze mochten vullen, de rest moest achterblijven.
Een aantal mensen was bereid wat dingen voor ons op te slaan, maar bij gebrek aan geld en vervoer was ook dat niet eenvoudig.

Ons nieuwe huis stond al met al heel vol, in het begin zo vol dat je nauwelijks kon bewegen en je tussen de dozen door moest wringen. In de laatste weken voor de verhuizing hebben we dingen verkocht om voldoende geld te hebben om de verhuizing te betalen.

Eenmaal in het nieuwe huis, bleek ons bed erg groot voor de slaapkamer, en ik kon alleen zijwaarts tegen de muur gedrukt naar mijn bed. De oudste zoon had de ouder slaapkamer gekregen omdat hij veel meer op die kamer zou leven. De jongste zoon ging van een dorpsschooltje van in totaal 23 kinderen naar een klas met 30 kinderen, een cultuurschok omdat er ook veel buitenlandse kinderen op deze school zaten. Hij hield zich heel goed staande.

We kozen voor een verhuizing van Drenthe naar Zuid-Holland omdat de oudste zoon erg ziek was en herstellende. Hij had daar de beschikking over openbaar vervoer. Het eerste jaar ging hij met de tram naar een school voor chronisch zieke kinderen, het jaar daarna kon hij al naar een normale MBO.

Teurg naar die eerste weken. Omdat iemand die ons slecht gezind was, de curator had ingefluisterd dat wij "dure zaken" hadden, zoals kunst, kregen wij een taxateur over de vloer. Inderdaad hebben wij enkele kunstvoorwerpen maar die zijn óf van mij (en vallen dus niet in dat faillissement) óf hadden eigenlijk nauwelijks reële waarde, of alleen emotionele.
Een oude kast bleek toch niets waard, een beeld ook niet. Schilderijen waren niet bijzonder waardevol (wel voor ons). Alleen de klok die Han ooit erfde leek waardevol, maar de taxateur meldde uiteindelijk dat ook de klok niet waardevol genoeg was om ons af te nemen.

Mijn auto wilde ik behouden, Han had de zijne al moeten inleveren. Ik had de auto nodig om mijn zoon te vervoeren. Ik heb mijn auto verkocht en een veel kleinere, goedkope auto daarvoor in de plaats genomen. Toch is het hebben van een auto een kostenpost die we ons eigenlijk niet konden veroorloven. Bijdragen van derden maakten dit gelukkig toch mogelijk.

Mijn dochter van 16 was zoals gezegd achtergebleven in Drenthe, zij woonde bij mijn moeder. Een groot verschil in leeftijd tussen deze twee mensen samen, ook voor hen een grote verandering. Door geldgebrek kon ik hen nauwelijks bezoeken en ook mijn dochter kon niet vaak komen. We hebben elkaar heel erg gemist. Gelukkig is er internet en konden we op die manier toch veel contact hebben. Zij behaalde een jaar later haar VWO diploma. Op deze dochter ben ik heel trots!

Han en ik hebben in deze periode veel gepraat, uiteraard. Wat verwachten we van het leven, hoe gaan we verder, hebben we nog dromen, durven we nog te dromen? Is er een toekomst, hoe gaan we die invullen, wat is écht belangrijk?
Over dit onderwerp gaat mijn volgende bericht.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten