zondag 15 juni 2014

Deel 11; gevecht om Trebbichau

Aanvankelijk denk ik dat Rooimans (en Broeseliske) de verkoop direct nietig zullen verklaren nu blijkt dat de andere partij mij heeft opgelicht.
Niets is minder waar.

Rooimans ontkent opeens dat bij een klein verschil het huis aan mij zou worden gegund. Dat zou zij nooit hebben gezegd.....
En dat ik ben opgelicht, ja dat is haar zaak niet.
Als ik in de auto zit om mijn zoontje op te halen uit school, krijg ik een uitnodiging om een afspraak te maken met Rooimans. Ik rijd meteen door naar haar kantoor, om bij de secretaresse een afspraak te maken. Misschien kan het direct wel, of moet ik wachten, en anders morgen.

Bij kantoor aangekomen is de deur open, iemand anders gaat net weg. Broeseliske verschijnt aan de deur en vraagt wat ik kom doen. Ik zeg dat ik graag een afspraak wil maken om over Trebbichau te praten. Broesliske zegt dat dat wel kan, maar alleen om duidelijk te maken dat ik het niet krijg. Als ik denk nog een kans te maken, dan heeft praten geen zin. Ik krijg het huis toch niet.
Ik zeg dat ik dan een klacht zal indienen bij de Rechter-Commissaris.
Zij lacht mij uit; "zo'n klacht heeft geen enkele waarde, die komt terug bij mij, en ik moet zelf die klacht beantwoorden". Zij wordt steeds bozer, en uiteindelijk stuurt zij mij weg.

Als ex-werknemer binnen de advocatuur, kan ik me dit niet voorstellen. Er zal toch wel eerlijk geoordeeld worden? Die R-C zal toch mijn brief lezen en zelf antwoorden? Ik kan mij niet voorstellen dat Broeseliske gelijk heeft. Het blijkt helaas wel zo te zijn.

Ik schrijf direct een brief aan de R-C, en verzoek daarbij om spoed. Als het huis eenmaal getransporteerd is, dan wordt het allemaal steeds moeilijker.

Ik krijg geen antwoord. Eerst wacht ik elke dag op post, dan elke week. Uiteindelijk, ik geloof dat ik eerst zelf nog een brief heb geschreven waar antwoord bleef, kreeg ik een kort briefje. De R-C had mijn klacht doorgestuurd naar Broeseliske en daarop was het nu wachten.

Uiteindelijk, na maanden, kreeg ik een antwoord van Broeseliske, doorgestuurd door de R-C, dat mijn klachten ongegrond waren. Daarbij was maar op enkele -de minst belangrijke- punten ingegaan. Men ging er vanuit dat daarmee de klacht was afgehandeld.

Wij hadden ontzettend veel last van deze gang van zaken. Opgelicht door De Bie, belogen door de curator, een Rechter-Commissaris die alles gewoon laat passeren.
Maar ook het onrecht, hoe kan dit.
Dat De Bie me had opgelicht, daar kon ik nog wel mee leven. Die mensen bestaan, misschien had ik daar rekening mee moeten houden. Maar een curator, die willens en wetens meewerkt aan die oplichting, dat paste helemaal niet in mijn beeld van juristen, rechtspraak, rechtvaardigheid.

In mijn advocatentijd had ik gezien en geleerd dat er zoiets als gedragsregels zijn, die zijn geschreven maar ook ongeschreven. Voor mijn gevoel hoort liegen daar helemaal niet bij.
Met dit deel van het gebeurde blijf ik dan ook grote moeite houden.




Deel 10: Ik ben zó opgelicht!

Ik heb Rooimans aan de telefoon; vriendin en Han luisteren mee.

"Helaas mevrouw Schwedersky, de andere partij heeft meer geboden. Deze partij heeft wel een voorbehoud van financiering gemaakt. Wij kunnen om dat voorbehoud niet heen, nu het een veel hoger bod betreft".

Dit waren haar woorden. Ik protesteer tegen dit voorbehoud van financiering, immers, ik heb dat niet gemaakt en bied dus meer zekerheid. Rooimans wil uitstel om toestemming te vragen voor verkoop aan de ander, maar de Rechter-Commissaris is niet bereikbaar. Rooimans zegt steeds hoe naar ze het voor me vindt, en het lijkt of ze het nog meent ook.

Wij huilen, wij zijn helemaal kapot, het huis is weg, naar een vreemde. Dit is ons mentale dieptepunt, althans dat denken wij dan.
Dan vier dagen wachten, vier dagen heeft de andere partij om financiering rond te krijgen. Vier dagen kunnen wij niet slapen en eten, vier dagen zweven we nog tussen hoop en vrees.

Dag vier: de financiering is rond, het huis is nu echt weg. Het is voorbij.

Dag vijf: wij bellen met onze vrienden in Trebbichau, om het slechte nieuws te melden. En dan begint de ellende pas écht!

Wat horen wij nou? De Bie was daar, bij hen, een week voor de verkoop en gunning. Hij had een brief van Rooimans, waarin zij meldde dat De Bie de sleutel van Trebbichau moest hebben. Hij had opdracht foto's te maken. De Bie zij tegen onze vrienden "ik koop het huis niet hoor, ik ben hier om Sonja te helpen". Zij gaven de sleutel, De Bie maakte foto's.

De Bie was de andere partij, hij bood iets meer dan 1000 euro meer voor het huis dan ik.
Hij wist exact mijn bod, hij had mij al die tijd gebruikt om zelf goedkoop aan ons huis te komen.
Hij deed dit via een omweg, hij liet zijn vrouw/vriendin bieden en kopen. Rooimans was hier al die tijd van op de hoogte.

De Bie toverde nog een idiote taxatie van 23.000 uit zijn mouw, maakte foto's van het huis van plekken die heel slecht waren. De prachtige hausmeisterwohnung was daar niet bij.

Dag zes: ik bel direct Rooimans, om te melden dat ik ben opgelicht en dat de verkoop niet eerlijk is verlopen. De andere partij was op de hoogte van het bod dat ik zou doen, en heeft iets meer geboden.
Ik ben ook heel boos op Rooimans: immers, bij een klein verschil in biedingen, zou het huis tóch naar mij gaan. Is 1000 euro dan niet zo weinig dat dat hier gerechtvaardigd was?

Wij hebben onze toekomst, ons huis, onze dromen, moeten inleveren voor 1000 euro.

Ik begin een gevecht om het huis, maar vind nergens een mogelijkheid. Alle deuren blijven gesloten. Lees door!





Deel 9: De verkoop van Trebbichau

Op een dag krijg ik een mail van Rooimans, ergens einde zomer 2012. We zijn dan dus een jaar in faillissement.

Rooimans schrijft dat zich een geïnteresseerde heeft gemeld voor Trebbichau en dat zij het huis via bieding gaat verkopen. Ik ben de andere partij, indien ik dat wil.
Ik wil!

Wat gaat die ander in godsnaam bieden? Het huis kostte ons in totaal meer dan 350.000 euro, ik heb 30.000 te bieden. Het zal niet lukken, wie is die ander, waar komt hij vandaan, is het een Duitser, Nederlander, iemand uit de buurt? De spanning in huis stijgt enorm.

Ik bel De Bie: het is zover; er is een geïnteresseerde, ik moet mijn bod gaan doen.
Han en ik zijn compleet opgewonden, fluiten elkaar terug als we iets te ver gaan in fantasie, wat we met het huis gaan doen. Blijdschap, angst, hoop, we slapen er slecht van en praten aan één stuk door over de mogelijkheden, Na heel veel verdriet, durven we bijna niet te hopen.

Rooimans schrijft nog dat als de biedingen niet héél ver uit elkaar liggen, zij mij het huis zal gunnen omdat ik een zo groot belang heb. Dit doet ons nóg meer hopen, je weet het niet... misschien.... als het eens waar mocht zijn, dan hebben we weer een toekomst, een doel, een leven...

Ik moet mijn bod uitbrengen op een bepaalde datum vóór 17.00 uur.
Ik besluit nét iets meer te bieden dan 30.000 euro, ik geloof 31.112,-- euro. Ik vreet mezelf bijna op van de zenuwen en zit constant achter mijn PC.
Geen bericht na 17.00 uur, niets. Geen mail, geen bel.

De volgende ochtend, eindelijk, heb ik Rooimans aan de lijn. Mijn beste vriendin en Han zijn er ook en ik zet de telefoon op luidspreker. Rooimans zegt, helaas.... de ander bood meer.
Onze wereld stort in, we hebben het niet.....

Dat alles op een leugen berust, ik verschrikkelijk ben opgelicht door Rooimans en De Bie, leest u in het volgende deel.



Deel 8; Bellen met De Bie

Mijn bod van 15.000 euro op Trebbichau is afgewezen. Verder gebeurt er niets.
Ik heb regelmatig telefonisch overleg met De Bie, waarbij wij verschillende mogelijkheden bespreken.
Ik uit elke keer mijn dankbaarheid aan De Bie, voor zijn hulp en meedenken.

De volgende plannen bespreken wij:
De Bie koopt het huis, ik koop van hem terug, al dan niet via huurkoop. Ik stel zekerheid voor afbetaling via de huur uit het pand.

Een andere optie is dat ik alleen koop, mits ik de benodigde gelden kan vinden.
En dat laatste lukt, althans, ik kan na lang praten en onderhandelen van een familielid 40.000 euro lenen. Dit is voor mij het maximaal haalbare. Ik overleg en bespreek dit alles met De Bie.

Bij aankoop van een huis in Duitsland, is men verplicht bepaalde openstaande kosten te betalen. Deze kosten staan in het Grundbuch en dient men dus vooraf te raadplegen.
De Bie, die daartoe de toegang heeft, doet dit voor mij. Hij laat mij weten dat ik bij aankoop tevens 5.000 euro openstaande kosten moet betalen. Dit betreft meestal de onroerend goed belasting.

Door het vertrek van de huurders zijn er ook reparaties aan het huis noodzakelijk: er zijn ramen in gegooid, er is een toegangsmuur stuk en nog wat van die zaken. Ik heb dus ook nog ongeveer 5000 euro nodig om deze reparaties te laten uitvoeren.
Een nieuwe huurder zal, met behulp van onze vrienden daar, snel zijn gevonden. Daarover maak ik mij geen zorgen.

Een en ander betekent dat ik op enig tijdstip een bod kan doen van 30.000 euro (de resterende 10.000 heb ik nodig voor reparatie en betalen extra kosten, en ook de notaris moet nog betaald!).

Dit alles bespreek ik tot in detail met De Bie, hij weet exact wat ik ga doen als het zover is.
Rooimans of Broeseliske laat niets van zich horen, ongeveer een jaar na mijn eerste bod echter, komt er beweging in de zaak.



Deel 7; Huilen om Trebbichau

En nu waren we dat dus allemaal kwijt. En wij wilden dat terug. Om alle herinneringen, om alle spullen die er in stonden (staan), om de toekomst, voor altijd wilden we daar wonen en leven.
We wilden er begraven worden.

Terug naar het faillissement. Alles moet verkocht, dus ook Trebbichau. Wat gaat dat opleveren? Hoe gaat de curator dat doen? Rooimans heeft al aangegeven geen Duits te spreken, niets van de huizenmarkt te weten, sterker, dit is haar eerste prive faillissement. Natuurlijk is Broeseliske verantwoordelijk, maar Rooimans voert uit.
Rooimans geeft aan zich te zullen wenden tot De Bie, onze verkoper van Trebbichau.

Ik vraag mij af wat De Bie zal doen. Zal hij het terugkopen en opnieuw verkopen om weer geld te verdienen? Zo ja, dan heb ik geen kans, want hij is rijk en kan krijgen wat hij wil.
Ik besluit hem te bellen en het op de man af te vragen.

Een gezellig gesprek volgt, we kennen elkaar, dus het loopt soepel. En nee, hij wil het huis niet. Hij zegt tegen mij "ik heb ooit goed verdiend aan jullie en ik koop een huis nooit voor een tweede keer". Ik ben dus vrij om een poging te wagen!
Maar ja, hoe..... ik heb helemaal, totaal helemaal geen geld, laat staan geld om een huis te kopen.
De Bie en ik overleggen, en belden regelmatig met elkaar. Ik vraag rond in mijn vriendenkring, maar vind niemand die mij wil helpen.

Uiteindelijk besluit ik een bod te doen op het huis, zomaar in het wildeweg, om eens te peilen hoe de curator reageert en ook om een beetje vaart in de verkoop te krijgen. Rooimans doet niets om huizen te verkopen en de maanden vliegen voorbij. Het is zo weer nieuw jaar, en daarmee komen wéér alle rekeningen onze kant op voor die huizen,
Ik bied 15.000 euro (voor dat huis dat ons al meer dan 350.000 euro kostte). Ik heb een familielid dat bereid is, dat in ieder geval aan mij te lenen.

Het antwoord van de curator is, zoals verwacht, nee. Te laag.
In de correspondentie met Rooimans maak ik haar duidelijk, heel uitgebreid, hoe belangrijk het huis is voor ons en dat er ons alles aan gelegen is het terug te krijgen. Dat wij hier onze toekomst willen opbouwen. Dit kan ook, gezien de inkomsten uit verhuur van het pand en de veel lagere kosten van levensonderhoud in Oost-Duitsland.

Ik hoor ongeveer een jaar niets meer van Rooimans. Er is niet zichtbaar dat zij iets doet om verkoop te bevorderen. Wel zorgt zij er voor dat de huurders het pand moeten verlaten. Han en ik hebben haar meerdere malen er op gewezen dat dat een domme actie is (zou zijn).
Immers, zij (de boedel) krijgt elke maand 400 euro én het huis is veilig. De huurders in het pand voorkomen met hun aanwezigheid inbraken en vandalisme.

Maar Rooimans denkt dat het beter is het huis leeg op te leveren, terwijl dat in Duitsland, met grote huizen, juist niet zo is. Een gedeeltelijk verhuurd huis brengt meer op dan een leeg huis en, zoals gezegd, voorkomt leegstand inbraak, vandalisme en krakers. Dat wij dit aangeven is tegen ons eigen voordeel in, nu ik zelf het huis wil kopen. Immers, een lage waarde is dan in mijn voordeel. Toch, het huis zelf, rechtvaardig en eerlijk handelen, staat nog altijd voorop bij ons.

Als de huurders een handtekening van Rooimans nodig hebben voor het verkrijgen van hun vuilcontainers ziet zij haar kans schoon; zij weigert te tekenen en de huurders zeggen nu de huur op. Het betreft hier een gezin met kinderen, dat om zoiets simpels als hun huisvuil de huur opzeggen. Rooimans schaadt hiermee de boedel voor 400 euro per maand.
Heel snel daarna begint ook het huis zelf schade te lijden door die leegstand.

Wij rijden nog af en toe langs het huis, op weg naar een andere vakantiebestemming en bezoeken onze vrienden in Trebbichau. Het doet pijn het huis te zien vervallen.





Deel 6; een nadere kennismaking met Trebbichau

De eerste keer dat wij als gezin naar Trebbiechau gingen, was het koud, het zal dus ergens in de winter zijn geweest. Wij wisten niet wat aan te treffen dus hadden luchtbedden gekocht en dikke truien, zaklantaarns en een kookplaat mee. Een soort kamperen in een huis.

Inderdaad was het huis, op enkele dingen na, leeg. Geen licht en water, geen verwarming. We waren allemaal wég van het huis, al moest er ongelooflijk veel gebeuren. De kinderen waren toen ongeveer 4, 11 en 12 jaar.
We zochten de meest geschikte (lees: minst vieze) plek in huis, pompten luchtbedden op en kleedden ons dik aan. Iedereen sliep met kleding aan en een muts op. Ikzelf had een theedoek om mijn hoofd gebonden. Het was een spannende nacht die we nooit zullen vergeten. We waren de volgende dag allemaal verkouden.

We maakten kennis met dorpsbewoners, die allemaal verschrikkelijk aardig bleken, hoewel de buurman wel eens wat te veel dronk. Hij was echter ook heel aardig, vooral voor de kinderen. Hij reed nog met paard en wagen. De saamhorigheid onder elkaar was voelbaar, we gingen terug in de tijd, maar voelden ons direct helemaal thuis.

Met één familie raakten wij snel bevriend: Willy en Angela, kinderen Christian en Julia. We kwamen bij elkaar over de vloer, later hadden wij gezellige avonden bij hen of bij ons. Het was spannend om te communiceren, alles te leren over hun land en gewoonten. Zij hielpen ons bij alles en zijn van onschatbare waarde gebleken.

De grote tuin stelden wij beschikbaar voor dorpsbewoners, er werd gewandeld, met of zonder hond en gevist in de meren. Eens zag ik een ree met een jong lopen en er waren ook veel watervogels en kikkers.

In het huis zelf waren ook dieren, van allerlei soort. Er waren enkele ramen stuk, dus vogels vlogen vrij in en uit. Een enkele vogel had een nest in een kamer gebouwd, de jongen hoorde je tjilpen. Natuurlijk hebben wij dat later gerepareerd en was dat tijdelijk.
Echter, één bewoner liet zich niet gemakkelijk wegjagen: een marter. Elke keer als wij kwamen lag er overal marterpoep, en daar wen je ook weer aan. Even wegvegen en wat boenen. Alleen die keer dat ik 's nachts naar de kelder ging en de marter voor mij uit zag rennen, was wat minder....


Deel 5; Trebbichau, een kennismaking

Wij hebben in 2008 het huis gekocht van De Bie zie:

http://www.debie.info/view.asp?cntCat=1&cntId=1&id=10

Wij betaalden 200.000 euro voor dit huis. De Bie had het zelf gekocht voor de helft, dus hij maakte een aardige winst. Ok, hij is handelaar, wij wilden het huis graag hebben, dus we werden het eens. We hadden veel contact met elkaar en zijn ook bij hem thuis geweest.

Nu was het huis in het faillissement gevallen. Wij hadden geen hypotheek op dit huis, dus de totale opbrengst zou in de boedel vallen (met de boedel wordt bedoeld het totaal van opbrengsten dat in het faillissement valt). Uit deze boedel wordt ook de curator betaald en wat overblijft gaat naar schuldeisers. Curatoren schrijven heel veel dure uren, dus vaak blijft er niets over voor schuldeisers.

Han en ik spraken veel over de toekomst, hoe die in te vullen. Trebbichau speelde daarin een sleutelrol. Ik ben componist en word steeds bekender in binnen- en buitenland. Han is ook erg geïnteresseerd in muziek, naast zijn liefde voor huizen en het opknappen/inrichten van huizen. In Trebbichau zouden wij alles laten samenvallen: Han zijn huis, tuin en inrichtingswerk, ik mijn muziekkamer en de mogelijkheid musici te ontvangen en huisconcerten te organiseren.
Wij breidden onze plannen steeds meer uit: de gedachte aan een cultureel centrum werd geboren.

Wij hadden veel contact met dorpsbewoners. Zij waren altijd blij geweest met onze komst. Het "grote huis" stond al jaren leeg, was aan het vervallen, en wij als nieuwe eigenaar hadden het plan dit huis op te knappen en een bestemming te geven. Een cultureel centrum was ook voor hen een goed plan en zou het dorp meer aanzien geven.

Wij hadden als eerste in de kelderverdieping een Hausmeisterwohning laten bouwen en de balkons laten renoveren. De investering hiervoor bedroeg ca. 150.000 euro. De woning was al snel verhuurd voor 400 euro per maand. Op deze manier was het huis goed bewaakt en hadden wij inkomsten om het huis in stand te houden en verder te renoveren.

Han ging in die jaren regelmatig naar Trebbichau, wij brachten als gezin alle vakanties daar door. De kinderen vonden het er geweldig, hoewel de oudsten, net in de puberteit, het wel eens wat saai vonden. De jongste reed van kamer naar kamer op zijn driewieler, later op zijn waveboard.
Han reed rond op de grasmaaier om paden te maken, waar wij wandelden. Er werd in een bootje gevaren op het meer. Wij plukten honderden pruimen die de jongste in Nederland verkocht. Hij zat met een tafeltje en stoeltje langs de weg, en verkocht bakjes pruimen aan voorbijgangers. Als het lukte was hij enorm trots!

Aanvankelijk was er alleen een toilet in de kelder, dus als je "moest", moest je meteen op pad. Het was een aardig eindje lopen. Voor mij was dat druk verkeer, want de kinderen durfden aanvankelijk niet alleen naar de kelder. Later is er ook een toilet boven aangelegd.
In het volgende deel zal ik nog iets vertellen over onze eerste kennismaking met Trebbichau.











vrijdag 13 juni 2014

Deel 4; Durven wij nog te dromen?

Alles wat je hebt valt weg, opeens. Wij hadden een woonhuis in Drenthe, mooi en groot, met een hectare grond. Er was een vakantiehuis, twee vakantieappartementen en twee huizen in het oude Oost Duitsland. Daarnaast het kantoorpand.

Al deze bezittingen, inclusief inboedels, waren verloren. Welk verlies deed het meeste pijn?

Han en ik waren het er over eens, dat dat toch één van de huizen in Duitsland was. Dit huis hadden we enkele jaren daarvoor gekocht en enigszins opgeknapt. Het was een groot oud huis met veel kamers en een fijne tuin, grenzend aan water. We voelden ons er zo thuis dat we beiden daar onze oude dag wilden gaan doorbrengen. Het plan was dit huis langzaam aan steeds meer op te knappen. De benedenverdieping was al helemaal gerenoveerd en verhuurd aan een familie, waaruit wij dus ook inkomsten hadden. Hieruit kon het huis worden onderhouden.
Het verlies van dit huis deed ons echt heel veel pijn.

Het net van verlies sloot zich steeds strakker. Wij hadden aanvankelijk berekend dat als alle huizen waren verkocht, en andere bezittingen, voor ongeveer de helft van de reële waarde, wij op de nul zouden eindigen. Deze verwachting maakte dat wij aanvankelijk rustig de periode van faillissement in gingen. We zouden niets overhouden, maar ook geen grote schuld hebben.

Wij hadden echter niet gerekend met de slechtheid van mensen om ons heen.
De eerste schok kwam in de loop van 2012. Er kwamen allemaal nieuwe rekeningen voor deze huizen. Onroerend goed belasting, andere belastingen, rioolheffingen etc. Deze rekeningen werden door Broeseliske naar ons doorgezonden met de mededeling dat wij die moesten betalen. Tegelijkertijd werden wij gekort op ons inkomen tot 90% van het minimum. Betalen van deze rekeningen was dan ook onmogelijk.
Onze schuld begon hier op te lopen, en er kwamen weer deurwaarders en dreigbrieven van instanties. Betalen was echter écht onmogelijk. We konden nauwelijks eten!

De tweede schok kwam met de verkoop van ons huis in Drenthe. Dit huis was, inclusief verbouwing gekocht voor meer dan 1 miljoen euro. Er zat een deel hypotheek op dit huis, maar onze verwachting was dat de verkoop de hypotheek zou dekken.

Broeseliske deed echter niets, om verkoop te bevorderen. Dat moest de bank doen, en de bank deed ook niks. Niemand wil kosten maken, dus dat huis staat maar leeg, totdat iemand daar lucht van krijgt. Dat is meestal niet iemand die goede bedoelingen heeft, In ons geval een makelaar die wel iemand kende die dat huis wilde kopen. Kopen, maar dan wel voor bijna niets.
Deze makelaar, De Weide, meldde zich bij de curator, er kwam een rare taxatie uit de lucht vallen en voila een bod van omstreeks 420.000 euro. Wat????

Broeseliske gaf De Weide opdracht het huis schoon te maken en gereed voor verkoop. De Weide nam dit zeer serieus en haalde alles van enige waarde uit ons huis en onze tuin. Wij hadden speciaal enkele mooie zaken achtergelaten om het huis meer waarde te laten hebben. Zo nam hij onder meer een prachtige koperen kraanvogel van ca. 2 meter hoog mee en gaf deze kado aan zijn vrouw.
Dit is de eerste keer dat wij werden bestolen. Ik vind persoonlijk stelen van mensen die dit soort dingen meemaken een laffe daad.

Ik zal niet in detail treden, maar uiteindelijk is het huis verkocht voor 450.000 euro en bleven wij met een gat in de hypotheek zitten. De eerste reële schuld was op deze manier een feit.

Wij vroegen ons af hoe dat met de andere huizen zou gaan.... ook op deze manier? De angst sloeg toen wel toe, het verdriet werd groter. Anderen zouden dus hun voordeel gaan doen met onze tegenslag, zich verrijken en ons bestelen en onze schuld zou dus nog verder gaan oplopen.

Was er een manier om misschien zélf dan voordeel te hebben bij deze gang van zaken? Konden wij misschien, als alles toch voor een habbekrats zou gaan, iets van onze droom nog verwezenlijken?
De droom om toch dat huis in Duitsland te behouden? We gingen op zoek naar een weg om dat te bereiken.







Deel 3; De eerste weken van het faillissement

In die eerste weken hadden we het enorm druk. Er moest een enorme hoeveelheid aan informatie worden opgehoest, zowel zakelijk als privé, en dat is een heel gezoek. Vooral ook omdat we intussen waren verhuisd.
We hadden nog maar een kwart van onze woonruimte van daarvoor, hetgeen betekende dat lang niet alles mee kon.
Bij het inpakken in mijn oude huis, moest ik keuzes maken, van meubels tot kookgerei en kleding. Wat gaat mee, wat laat ik achter. De kinderen kregen een paar dozen die ze mochten vullen, de rest moest achterblijven.
Een aantal mensen was bereid wat dingen voor ons op te slaan, maar bij gebrek aan geld en vervoer was ook dat niet eenvoudig.

Ons nieuwe huis stond al met al heel vol, in het begin zo vol dat je nauwelijks kon bewegen en je tussen de dozen door moest wringen. In de laatste weken voor de verhuizing hebben we dingen verkocht om voldoende geld te hebben om de verhuizing te betalen.

Eenmaal in het nieuwe huis, bleek ons bed erg groot voor de slaapkamer, en ik kon alleen zijwaarts tegen de muur gedrukt naar mijn bed. De oudste zoon had de ouder slaapkamer gekregen omdat hij veel meer op die kamer zou leven. De jongste zoon ging van een dorpsschooltje van in totaal 23 kinderen naar een klas met 30 kinderen, een cultuurschok omdat er ook veel buitenlandse kinderen op deze school zaten. Hij hield zich heel goed staande.

We kozen voor een verhuizing van Drenthe naar Zuid-Holland omdat de oudste zoon erg ziek was en herstellende. Hij had daar de beschikking over openbaar vervoer. Het eerste jaar ging hij met de tram naar een school voor chronisch zieke kinderen, het jaar daarna kon hij al naar een normale MBO.

Teurg naar die eerste weken. Omdat iemand die ons slecht gezind was, de curator had ingefluisterd dat wij "dure zaken" hadden, zoals kunst, kregen wij een taxateur over de vloer. Inderdaad hebben wij enkele kunstvoorwerpen maar die zijn óf van mij (en vallen dus niet in dat faillissement) óf hadden eigenlijk nauwelijks reële waarde, of alleen emotionele.
Een oude kast bleek toch niets waard, een beeld ook niet. Schilderijen waren niet bijzonder waardevol (wel voor ons). Alleen de klok die Han ooit erfde leek waardevol, maar de taxateur meldde uiteindelijk dat ook de klok niet waardevol genoeg was om ons af te nemen.

Mijn auto wilde ik behouden, Han had de zijne al moeten inleveren. Ik had de auto nodig om mijn zoon te vervoeren. Ik heb mijn auto verkocht en een veel kleinere, goedkope auto daarvoor in de plaats genomen. Toch is het hebben van een auto een kostenpost die we ons eigenlijk niet konden veroorloven. Bijdragen van derden maakten dit gelukkig toch mogelijk.

Mijn dochter van 16 was zoals gezegd achtergebleven in Drenthe, zij woonde bij mijn moeder. Een groot verschil in leeftijd tussen deze twee mensen samen, ook voor hen een grote verandering. Door geldgebrek kon ik hen nauwelijks bezoeken en ook mijn dochter kon niet vaak komen. We hebben elkaar heel erg gemist. Gelukkig is er internet en konden we op die manier toch veel contact hebben. Zij behaalde een jaar later haar VWO diploma. Op deze dochter ben ik heel trots!

Han en ik hebben in deze periode veel gepraat, uiteraard. Wat verwachten we van het leven, hoe gaan we verder, hebben we nog dromen, durven we nog te dromen? Is er een toekomst, hoe gaan we die invullen, wat is écht belangrijk?
Over dit onderwerp gaat mijn volgende bericht.





donderdag 12 juni 2014

Deel 2

De kennismaking met curator Broeseliske en haar hulpje Rooimans

Natuurlijk was de dag dat het faillissement werd uitgesproken zwaar, pijnlijk. Maar we wisten dat het ging gebeuren en waren er mentaal op voorbereid. We waren vastbesloten ons beste beentje voor te zetten en deze crisis te boven te komen.
Han was toen 66 jaar en voor hem was het afschuwelijk zijn levenswerk te verliezen, en zijn toekomst, wetende dat er niet veel meer op te bouwen zou zijn.

Naast het grote bedrijf, had Han ook een eenmanszaak, die viel binnen het privé faillissement. Bij dit bedrijfje waren 3 mensen in dienst. Op zekere dag was er een afspraak op kantoor, waar wij de curator zouden ontmoeten en het personeel zou worden ontslagen. Dit was voor Han ook onverteerbaar, juist het personeel, de mensen, daarvoor had hij altijd alles over gehad.

We zaten te wachten op de komst van de curator toen er geronk hoorbaar werd. Een sportwagen!
De wagen stopte voor de deur. We zaten aan een kantoortafel, dus zagen alleen de onderkant van de auto. De deur ging open en we zagen een paar leren laarzen uitstappen die met kordate passen naar de voordeur liepen van kantoor. De curator kwam binnen, pfff een vrouw! Met een leren jas, stampers en een sportwagen. En een andere vrouw, wat bedremmeld, en jong. De eerste was Broeseliske, de tweede Rooimans.

Er volgden allemaal formaliteiten, formulieren invullen, mededelingen van regels waaraan wij ons moesten houden. Ik zeg "we" maar ik zelf was niet failliet. Echter, als "vrouw van" moest ik ook bepaalde dingen doen en laten.
Wat ik me het meest herinner was de mededeling van Broeseliske "Als jullie doen wat ik zeg, hebben jullie weinig last van mij". Het leek een soort chantage.

Het personeel werd binnengeroepen: twee mannen van omstreeks 40 en een man van bijna 65. Deze mannen zouden hun baan verliezen, wisten dat en waren verdrietig en bang voor hun toekomst.
Broeseliske ontsloeg ze zonder veel woorden op staande voet, ze mochten niet eens gaan zitten. Het nam een minuut in beslag waarin werd medegedeeld dat ze zich bij het UWV dienden te melden en basta.
De man van bijna 65 kreeg kort daarna een ernstige hartaanval waarvan hij maanden moest herstellen. De impact op mensen is zo groot!
Ik hoorde de curatoren onderling smoezen "dat zij moesten opschieten, wilden ze de lunch op kantoor nog meemaken".

Waar leven wij van?

Als je failliet bent, mag je niks houden, ook niet als je je hele leven heel hard hebt gewerkt, voor heel veel mensen werkgever bent geweest, gezinnen hebt gevoed en heel veel, maar dan ook heel veel belasting hebt betaald.
Je moet alles inleveren: je huis (huizen), je auto, je eventuele bezittingen zoals kunst, sieraden, erfstukken. Je mag geen normaal inkomen hebben, alles wat boven 90% van het minimumloon valt (of 90% bijstand dat ben ik even kwijt), moet je inleveren.
Nu hadden wij alleen de AOW van Han, dus er viel niet veel in te leveren.
Maar alleen AOW, als je een gezin hebt met drie kinderen, daarvan kun je niet leven.

Wij hebben veel vrienden en familie die ons dierbaar zijn en andersom. Gelukkig is hiervan een groep bereid ons te steunen, ook voor langere tijd. Dit maakt het mogelijk om (voorlopig) op een enigszins acceptabele manier te leven.










Deel 1

Als jong meisje van omstreeks 20 jaar ging ik als uitzendkracht werken op een advocatenkantoor in Gouda. Ik vond het leuk werk, spannend vooral. Ik solliciteerde naar een vaste baan bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn in Den Haag en werd aangenomen. Ik werkte daar drie jaar met veel plezier, met name binnen het Vreemdelingenrecht.
Daarna stapte ik over naar De Brauw Blackstone Westbroek in Den Haag, en daar werkte ik lange tijd met nog meer plezier op de afdeling Milieurecht en Bestuursrecht.

Ik vond de materie dermate boeiend dat ik besloot rechten te gaan studeren. De mensen op mijn werk waren over het algemeen allemaal vriendelijk en vooral recht door zee. Ik dacht dat het recht "rechtvaardig" was. Advocaten waren gebonden aan gedragsregels en voor zover ik kon zien, hielden zij zich daar ook aan. Ik heb in die 15 jaar vele zaken voorbij zien komen en vond dat over het algemeen het recht rechtvaardig werd toegepast.
Als naïef meisje heb ik heel lang gedacht dat dit de werkelijkheid was.
Totdat ik zelf in aanraking kwam met dit rechtssysteem en ondervond dat de werkelijkheid (soms?) heel anders is.

Ik begin mijn verhaal kort voor het faillissement van mijn man en van zijn bedrijf. Mijn man, Han, had een bedrijf opgebouwd gedurende 36 jaar, dat op de top van haar bestaan circa 100 man in dienst had. Het bedrijf was gezond en draaide elk jaar met winst. We hadden het dan ook goed.
Door een aantal factoren, die ik hier straks kort noem, ging het in heel korte tijd mis met het bedrijf. Die factoren zijn: twee opeenvolgende strenge winters met veel sneeuw (het was een bouwgerelateerd bedrijf), de economische crisis (zelfde reden) maar last but not least een directie die oneerlijk handelde.
Han was juist met pensioen gegaan en had drie directeuren benoemd. Zij hebben binnen één jaar het bedrijf kapot gemaakt, met hulp van de andere factoren.
Han schrijft over deze periode een boek en daarom ga ik daar hier niet verder op in.

Begin 2011 begon het mij te dagen dat het helemaal niet goed ging. Han was vrijwel niet meer thuis, terwijl hij nu van zijn pensioen moest genieten. Hij was doorlopend op de zaak en als hij thuis was, was hij gestrest.
We gingen samen een weekend weg om deze situatie te bespreken en toen wij aan het praten en rekenen sloegen, werd al snel duidelijk dat het helemaal mis was.
Er volgde een zeer hectische periode, die ook triest was, omdat wij wisten alles te zullen verliezen. Echter, we waren er voortdurend van doordrongen dat het belangrijkste behouden zou blijven: ons leven, gezin, gezondheid. Mijn oudste zoon, toen 17, was ernstig ziek geweest en herstellende. Dat was uiteindelijk het belangrijkste.

In de zomer van 2011 volgde het faillissement van de zaak. Een privé faillissement kon niet uitblijven, omdat met het stoppen van inkomsten uit deze zaak, de rekeningen niet meer betaald konden worden. We trachtten ons huis te verkopen en ons vakantiehuis maar dit lukte zo snel niet meer, mede door de crisis.

In november volgde het privé faillissement, door Han zelf aangevraagd. Wij hadden ons huis toen al verlaten en waren 200 km verderop in een huurhuis getrokken. Mijn dochter was achtergebleven om haar laatste jaar VWO af te maken, pas 16 jaar oud. Dit soort klappen zijn het zwaarst, het gezin dat niet meer compleet is, het achterlaten van mijn dochter en mijn moeder en de twee andere kinderen die naar nieuwe scholen moeten.

Het volgende deel zal gaan over de eerste dag dat wij kennis maakten met onze curator, Mw Broeseliske, en haar hulpje, Mw Rooimans.