zondag 15 juni 2014

Deel 7; Huilen om Trebbichau

En nu waren we dat dus allemaal kwijt. En wij wilden dat terug. Om alle herinneringen, om alle spullen die er in stonden (staan), om de toekomst, voor altijd wilden we daar wonen en leven.
We wilden er begraven worden.

Terug naar het faillissement. Alles moet verkocht, dus ook Trebbichau. Wat gaat dat opleveren? Hoe gaat de curator dat doen? Rooimans heeft al aangegeven geen Duits te spreken, niets van de huizenmarkt te weten, sterker, dit is haar eerste prive faillissement. Natuurlijk is Broeseliske verantwoordelijk, maar Rooimans voert uit.
Rooimans geeft aan zich te zullen wenden tot De Bie, onze verkoper van Trebbichau.

Ik vraag mij af wat De Bie zal doen. Zal hij het terugkopen en opnieuw verkopen om weer geld te verdienen? Zo ja, dan heb ik geen kans, want hij is rijk en kan krijgen wat hij wil.
Ik besluit hem te bellen en het op de man af te vragen.

Een gezellig gesprek volgt, we kennen elkaar, dus het loopt soepel. En nee, hij wil het huis niet. Hij zegt tegen mij "ik heb ooit goed verdiend aan jullie en ik koop een huis nooit voor een tweede keer". Ik ben dus vrij om een poging te wagen!
Maar ja, hoe..... ik heb helemaal, totaal helemaal geen geld, laat staan geld om een huis te kopen.
De Bie en ik overleggen, en belden regelmatig met elkaar. Ik vraag rond in mijn vriendenkring, maar vind niemand die mij wil helpen.

Uiteindelijk besluit ik een bod te doen op het huis, zomaar in het wildeweg, om eens te peilen hoe de curator reageert en ook om een beetje vaart in de verkoop te krijgen. Rooimans doet niets om huizen te verkopen en de maanden vliegen voorbij. Het is zo weer nieuw jaar, en daarmee komen wéér alle rekeningen onze kant op voor die huizen,
Ik bied 15.000 euro (voor dat huis dat ons al meer dan 350.000 euro kostte). Ik heb een familielid dat bereid is, dat in ieder geval aan mij te lenen.

Het antwoord van de curator is, zoals verwacht, nee. Te laag.
In de correspondentie met Rooimans maak ik haar duidelijk, heel uitgebreid, hoe belangrijk het huis is voor ons en dat er ons alles aan gelegen is het terug te krijgen. Dat wij hier onze toekomst willen opbouwen. Dit kan ook, gezien de inkomsten uit verhuur van het pand en de veel lagere kosten van levensonderhoud in Oost-Duitsland.

Ik hoor ongeveer een jaar niets meer van Rooimans. Er is niet zichtbaar dat zij iets doet om verkoop te bevorderen. Wel zorgt zij er voor dat de huurders het pand moeten verlaten. Han en ik hebben haar meerdere malen er op gewezen dat dat een domme actie is (zou zijn).
Immers, zij (de boedel) krijgt elke maand 400 euro én het huis is veilig. De huurders in het pand voorkomen met hun aanwezigheid inbraken en vandalisme.

Maar Rooimans denkt dat het beter is het huis leeg op te leveren, terwijl dat in Duitsland, met grote huizen, juist niet zo is. Een gedeeltelijk verhuurd huis brengt meer op dan een leeg huis en, zoals gezegd, voorkomt leegstand inbraak, vandalisme en krakers. Dat wij dit aangeven is tegen ons eigen voordeel in, nu ik zelf het huis wil kopen. Immers, een lage waarde is dan in mijn voordeel. Toch, het huis zelf, rechtvaardig en eerlijk handelen, staat nog altijd voorop bij ons.

Als de huurders een handtekening van Rooimans nodig hebben voor het verkrijgen van hun vuilcontainers ziet zij haar kans schoon; zij weigert te tekenen en de huurders zeggen nu de huur op. Het betreft hier een gezin met kinderen, dat om zoiets simpels als hun huisvuil de huur opzeggen. Rooimans schaadt hiermee de boedel voor 400 euro per maand.
Heel snel daarna begint ook het huis zelf schade te lijden door die leegstand.

Wij rijden nog af en toe langs het huis, op weg naar een andere vakantiebestemming en bezoeken onze vrienden in Trebbichau. Het doet pijn het huis te zien vervallen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten